Op 29 november jl. Overleed onze mede-oprichter Albert Cornelis Maarten Weijman (1947-2021) Albert is vanaf de oprichting bij ISMA betrokken geweest. In 1993 richtte hij samen met Jan van Dixhoorn en Peter Draisma ISMA-Nederland op. In de daarop volgende periode leverde hij als mede-organisator een belangrijke bijlage aan het 5e internationale ISMA congres onder de titel ‘Stress at the Workplace: Health and Productivity”, in het voorjaar van 1995 in Noordwijkerhout. Het was een was groot succes, mede dank zij zijn ongewone behendigheid in het lobbyen, nationaal en internationaal. Ten slotte was hij jaren lang lid van de Raad van Toezicht van ISMA. Betrokken wil in het geval van Co niet alleen zeggen dat hij bepaalde functies vervulde maar dat de organisatie ook zijn hart had.

Van huis uit was Albert bioloog. Hij bleef zich na zijn promotie in 1979 tot in de jaren ’80, o.a. in dienst van de KNAW, publiceren over gisten en schimmels. Op ‘Researchgate’ kun je zien dat publicaties uit die tijd nog steeds gelezen worden. Je kunt je afvragen wat een bioloog die zich bezig houdt met koolwaterstoffen in gisten en gist-achtige zwammen te zoeken heeft in stress-management. Het heeft te maken met de manier waarop Co zijn vak bedreef. Hij was niet geinteresseerd in één soort organisme. Het boeide hem hoe wat leeft en groeit zich met zijn omgeving verhoudt.
Later ging hij zich als Hoofd van de Afdeling Bestrijding van Dierplagen en als Inspecteur van de Volksgezondheid bezig houden met het bestrijden van zogenaamde ‘plaagdieren’, van huisvliegen tot en met huismuizen. Daarbij keek hij naar de manier waarop deze voor ons lastige wezens in interactie met hun omgeving waren. Als je zijn artikel over ‘Vliegen en Stallen’ leest zie je de kippestal door de ogen van de huisvlieg. Op die manier ontdekte hij hoe het mogelijk is de levens-cyclus van de vlieg te doorbreken zonder de traditionele bestrijdingsmiddelen, effectief en veel goedkoper. Weinig mensen heb ik zo gedifferentieerd horen praten over het gedrag van huismuizen.
De biologie op die manier opgevat is niet ver weg van de mens die van doen heeft met de voor- en de nadelen van technologie. En wat daar dankzij stress-management tegenover kan staan, zoals relaxatie en bio-feedback.
Albert manifesteerde zich ook als filosoof en dichter.
De opmerkzaamheid van Co zie je terug in zijn gedichten. Onder de titel ’Onze volle koffiekop’, bijvoorbeeld, vergelijkt hij nachtdromers met ‘koffiedromers’. De nachtdromers beleven avonturen maar ze liggen ook te piekeren en te tobben. ‘De koffiedromers dromen verder-in rustige koffiehuizen. Daar vinden ze zichzelf terug. Ze bedenken oplossingen. Ze ont-moeten er mensen. Ze ervaren verlichting. Ze vinden troost’.
Wij zullen de grote man met zijn hoed missen bij onze samenkomsten.
Rendel de Jong